Ter zake van de in een bepaald gedeelte van de gemeente gelegen onroerende zaak die gebaat is door voorzieningen die tot stand worden of zijn gebracht door of met medewerking van het gemeentebestuur, kan van degenen die van die onroerende zaak het genot hebben krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, een baatbelasting worden geheven, waarbij de aan de voorzieningen verbonden lasten geheel of gedeeltelijk worden omgeslagen. Indien de aan de voorzieningen verbonden lasten ter zake van een onroerende zaak krachtens overeenkomst zijn of worden voldaan, of met toepassing van artikel 6.17, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening zijn of behoren te worden voldaan, wordt de baatbelasting ter zake van die onroerende zaak niet geheven.
Voordat met het treffen van voorzieningen wordt aangevangen, wordt door de raad besloten in welke mate de aan die voorzieningen verbonden lasten door middel van een baatbelasting zullen worden verhaald. Een besluit als bedoeld in de eerste volzin bevat een aanduiding van het gebied waarbinnen de gebate onroerende zaak is gelegen.
Of een onroerende zaak is gebaat wordt beoordeeld naar de toestand op een in de belastingverordening te bepalen tijdstip, dat is gelegen uiterlijk een jaar nadat de voorzieningen geheel zijn voltooid.
Tot invoering van de belasting wordt besloten uiterlijk twee jaren nadat de voorzieningen geheel zijn voltooid.
De belasting wordt ineens geheven, met dien verstande dat de belasting op verzoek van de belastingplichtige in de vorm van een jaarlijkse belasting wordt geheven gedurende ten hoogste dertig jaren, een en ander volgens in de verordening vast te stellen regelen.
Regelgeving die op dit artikel is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)
Geen
Beleidsregels en circulaires die dit artikel als wettelijke bevoegdheid hebben
Geen
Artikelen of vergelijkbare tekst die verwijzen naar dit artikel
Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
bijlage: behorende bij artikel 2, eerste lid, van het Aanwijzingsbesluit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken (aangewezen categorieën van beperkingenbesluiten)
Invoeringswet van de wet materiële belastingbepalingen Gemeentewet
artikel: XV, XVII
Regeling kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken
bijlage: II
Wet algemene regels herindeling
artikel: 32
(01-01-2022)
Datum van inwerking- treding |
Terugwerkende kracht |
Betreft |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Kamerstukken |
Ondertekening |
Bekendmaking |
Opmerking |
wijziging |
14-03-2020 |
|||||||
wijziging |
12-02-2020 |
|||||||
wijziging |
01-07-2020 |
01-04-2021 |
||||||
wijziging |
22-05-2008 |
16-06-2008 |
||||||
nieuw |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 419 |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
||||
vervallen |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 419 |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
||||
vervallen |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
||||
wijziging |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
27-04-1994 |
Stb. 1994, 420 |
||||
nieuwe-regeling |
14-02-1992 |
Stb. 1992, 96 |
11-11-1993 |
Stb. 1993, 610 |
Opmerkingen
1) Abusievelijk is een wijziging geformuleerd die niet kan worden doorgevoerd.